I. (dacht door, heeft doorgedacht), voortgaan met denken: over die vraag kan hij wel altijd doordenken; meestal in de betekenis van dieper denken: als je even doordenkt, begrijp je waarom ik niet anders kon; hij heeft niet doorgedacht, is tamelijk onberaden te werk gegaan; op iets doordenken, een gedachte bij zich ontwikkelen;
II. (doordacht', heeft doordacht') in zijn hele omvang overdenken, overwegen: hebt u de gevolgen van uw handelwijze wel goed doordacht?