Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-08-2021

Donar

betekenis & definitie

(Oudsaksisch Thunar, Oudnoors Thor), Germaanse god, misschien oorspronkelijk een personificatie van de donder. Bij de continentale Germanen is zijn naam slechts bewaard in een aantal eigennamen als de Donnersberg in de Rijn-Palts en in de naam van de donderdag.

Dat Donar ook bij deze stammen vereerd werd, blijkt o.a. uit een vermelding van een Donarseik (robur Iovis) bij Geismar in Hessen (8e eeuw), uit een runenopschrift en uit het zgn. Saksische doopformulier. Bij de Germaanse stammen in Engeland komt de naam Donar (Thunor) voor in een groot aantal plaatsnamen; dit wijst op algemene verering van Donar bij hen. Alleen treedt in het noorden regelmatig de Scandinavische vorm op in plaats van de Engelse, als gevolg van Deense en Noorse veroveringen. Als bewijsmateriaal voor verering van Donar mag men tenslotte ook de wijstenen uit de oudheid beschouwen, die aan Hercules (Invictus, Barbatus, Magusanus) opgedragen zijn; reeds bij Tacitus blijkt de gelijkstelling van Donar met Hercules. Pas sedert de 6e eeuw noemen Latijnse bronnen hem Iupiter. Als dondergod behoort Donar zeker tot de goden die de vruchtbaarheid belichamen; zelfs de Scandinavische Thor vertoont daarvan nog de sporen, en reeds Tacitus vermeldt Germaanse dierenoffers aan Hercules (zie donderdag).

< >