[Lat. donare, schenken], (-naten),
1. v./m., in de middeleeuwen iemand die zichzelf en zijn vermogen aan een klooster schonk of (op jeugdige leeftijd) werd geschonken; donaten deelden (zonder geloften) in het kloosterleven en werden door het klooster onderhouden;
2. m., Latijnse spraakkunst geschreven door Aelius Donatus, in het begin van de boekdrukkunst als wiegedruk uitgebracht.