Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-08-2021

Domper

betekenis & definitie

m. (-s),

1. kegelvormig of vingerhoedvormig kapje om een (kaars)vlam te doven; thans meestal in fig. gebruik: deze onverwachte tijding zette een domper op de feestvreugde; blikken doosje om daarin een brandende sigaar te doven en daarna gaaf te bewaren;
2. (fig.) bevorderaar van domheid en bijgeloof;
3. zware stang om de klinknagels in stoomketels tegen te houden bij het maken van de sluitkop;
4. (scherts) (grote) neus.

< >