Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-08-2021

Doesburg ned. gemeente in de prov. gelderland

betekenis & definitie

aan de rechter IJsseloever, bij de monding van de Oude IJssel, 12,88 km2, 9530 inw.; 41 % r.k., 25,5 % n.h., 15 % overige, 18,5 % g. kerkg. De cultuurgrond is voor 90 % in gebruik als grasland.

Doesburg heeft een regionaal verzorgende functie. Belangrijke industrieën: machineen blikfabriek, ijzergieterij, tricotageen apparatenfabriek, plastics en mosterd. De door Menno van Coehoorn gebouwde verdedigingswerken zijn nog grotendeels intact. Bezienswaardigheden: Grote of Sint-Martinuskerk, laatgotische basiliek uit de 15e eeuw, met toren (gerestaureerd); het 16e-eeuwse stadhuis (laatgotisch), een specifiek Gelders bakstenen bouwwerk; de Waag (stadswijnhuis, 16e eeuw); Gasthuiskerk (14e—15e eeuw) en vele 16een 17e-eeuwse woonhuizen. Langs de IJssel liggen enkele objecten voor dagen verblijfsrecreatie.Voor uitbreidingsmogelijkheden is per 1.8.1971 een deel van de gemeente Angerlo (Beinumwaard) en een deel van de gemeente Hummelo en Keppel aan Doesburg toegevoegd.

GESCHIEDENIS

Doesburg zou volgens een overlevering door de Romeinse veldheer Drusus gesticht zijn (Drusiburgum). In 1237 kreeg Doesburg stadsrecht; in 1447 werd het lid van de Hanze. In 1552 werd de IJssel opnieuw uitgegraven en dichter langs de stad geleid, daar sedert 1483 de rivier steeds meer van de stad af ge weken was. Tijdens de Tachtigjarige Oorlog kwam Doesburg in 1586 definitief aan Staatse zijde. Doesburg behoorde in de Noordned. Republiek tot de stemhebbende steden van het kwartier Zutphen. Doesburg was een typische vestingstad.

< >