ruïnestad in Noord-Algerije, 75 km ten westen van Constantine, huidige naam van de Romeinse kolonie Cuicul, gesticht door de veteranen van keizer Nerva (96—98). De stad beleefde haar grootste bloei in de 3e eeuw tijdens het bewind van de dynastie der Severi in Rome.
Uit die tijd zijn nog goed bewaard gebleven de tempel van Alexander Severus (229) en de triomfboog van Caracalla (216). De stad heeft verder een theater, thermen, een marktgebouw en openbare fonteinen. Vanaf de 4e eeuw ontwikkelde zich ten zuiden van de stad een christelijke stadswijk met basilieken en een bisschopswoning. In de woonhuizen zijn veel vloermozaïeken gevonden. In de 6e eeuw werd de stad verwoest en is sindsdien niet meer bewoond. De uitgestrekte ruïnes zijn sinds 1909 opgegraven.
LITT. L.Leschi, Djemila, antique Cuicul (1953).