vindplaats in Irak, 25 km ten noordoosten van Kisj, waar m.n. een groot gebouw en resten van woonhuizen uit de periode direct na 3000 v.C. werden gevonden. Tot de vondsten, te vergelijken met die uit Oeroek IVII, behoren o.a. archaïsche spijkerschriftteksten, aardewerk en stempelen rolzegels.
Naar deze vindplaats is een nog moeilijk af te grenzen periode uit de Mesopotamische archeologie genoemd die direct na het begin van het 3e millennium v.C. valt en de overgang vormt naar de zgn. vroegdynastieke periode. Kenmerkend zijn o.a. polychrome keramiek, de eerste fase van tempelbouw op terrassen en rolzegels (zowel zeer plastische, naturalistische in de Oeroekstijl, als meer schematische met lijntekeningen). De teksten vertonen een duidelijke ontwikkeling van het spijkerschrift, met de oudste voorbeelden van woordenlijsten, voor de scholing van de schrijver, in het Soemerisch.
LITT. E.Mackay, Report on excavations at Jemdet Nasr, Iraq (Anthropol. memoirs, I, 3; 1931); M. E.L.Mallowan, Mesopotamië en Iran (1966); B. Hrouda, Vorder-Asien (in: Handb. der Archaol. I, 1971).