m., zodiak, denkbeeldige gordel van twaalf sterrenbeelden waarin de schijnbare zonneweg of ecliptica ligt: de tekens van de dierenriem.
De dierenriem heeft een breedte van ca. 8 graden ter weerszijden van de ecliptica. De zon, maan en grote planeten bewegen zich in de dierenriem. Hij is door de Griekse astronoom Hipparchos in de 2e eeuw v.C. verdeeld in twaalf tekens. Ieder teken besloeg een interval van 30° en had de naam van het kenmerkend sterrenbeeld, dat zich daarin bevond. Deze namen waren reeds duizenden jaren voor onze tijdrekening in Egypte en Babylon bekend; ze zijn grotendeels aan de dierenwereld ontleend.
Ook door de invloed der astrologie zijn de sterrenbeelden van de dierenriem bij velen bekend onder hun Latijnse namen: Aries, Taurus, Gemini, Cancer, Leo, Virgo, Libra, Scorpius, Sagittarius, Capricornus, Aquarius, Pisces.
De zon komt op in het teken Ram, als ze de hemel-evenaar overschrijdt, dus door het lentepunt gaat. Bij elk jaargetijde horen drie tekens; de jaargetijden vangen aan, als de zon het eerste teken van elke groep (Ram of lentepunt, Kreeft of zomerstilstand, Weegschaal of herfstpunt, Steenbok of winterstilstand) bereikt. Er zijn zes noordelijke tekens (Ram tot Maagd) en zes zuidelijke tekens (Weegschaal tot Vissen), zes rijzende (Steenbok tot Tweelingen) en zes dalende (Kreeft tot Schutter). In de loop van de 2000 jaar, die sedert Hipparchos verliepen, heeft de precessie aan het lentepunt een verschuiving gegeven van 1° 4' per eeuw, zodat het teken Ram dat aan dit lentepunt verbonden is, nu in het sterrenbeeld de Vissen valt; tegelijk natuurlijk is ook de gehele dierenriem over ca. één teken verschoven. De dierenriem speelt een zeer grote rol in de astrologie (zie horoscoop). De tekens van de dierenriem zijn honderden malen in vele variaties in oude en moderne kunst afgebeeld.