Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-08-2021

Dibelius, otto

betekenis & definitie

Duits protestants theoloog, *15.5.1880 Berlijn, ✝31.1.1967 Berlijn. Dibelius ontwikkelde zich vooral tot een organisator van de kerk.

In 1921 werd hij lid van de hoogste raad van de Evangelische Kirche, in 1925 superintendant van Kurmark, in 1945 bisschop van Berlijn en lid van de Raad der Evangelische Kirche in Duitsland, van 1949-66 president van deze raad. Dibelius was tijdens het naziregime een van de leiders van de zgn. Bekennende Kirche, daarna een voorvechter voor de eenheid van de Evangelische Kirche in de beide Duitslanden en een promotor van de oecumenische beweging. Werken: Das Jahrh. der Kirche (1927), Die werdende Kirche (1938, 5e dr. 1951), Grenzen des Staates (1949), Vom ewigen Recht (1950), Obrigkeit (1963).

LITT. G.Jacobi, O.Dibelius, Leben und Werken (1960).

< >