Ned. beeldend kunstenaar, *9.5.1941 Weert. Dibbets studeerde van 1959-63 voor tekenleraar en bezocht in 1967 de Saint-Martin’s School of Art in Londen.
Tot 1967 hield Dibbets zich bezig met diverse typen schilderkunst en maakte o.a. shaped canvases. Daarna zag hij definitief af van het schilderij als kunstuiting. Dibbets’ werk uit 1968 vertoont verwantschap met de arte povera, b.v.: hij combineerde natuurlijk materiaal (gras en zand) met technische produkten (zoals neonlicht) in losse, op de grond neergelegde composities. Ook maakte hij geometrische grassculpturen: stoelen en tafels uit graszoden. Zijn objecten werden conceptueel van aard, waarbij hij uitging van het principe dat de materiële realisatie minder belangrijk is dan het onderzoek. Hij documenteert zijn onderzoek met behulp van foto’s, dia-reeksen, film, video enz.; sinds 1969 zijn perspectief en licht belangrijke thema’s, zoals in zijn perspectiefcorrecties en in zijn serie Dutch mountain waarin de ruimtelijke illusie van filmof fotobeeld wordt gerelativeerd.
Dibbets realiseerde ook ploegprojecten, ingrepen in het landschap (zie land-art). LITT. Cat. tent. J.Dibbets, Stedelijk Museum, Amsterdam (1972-73).