de levensbeschouwing van het marxisme, in het bijzonder van de communistische ideologie (marxisme-leninisme). Het gebruik van het woord materialisme betreft hier niet een ontologie (wezensleer), maar een kennistheorie; voor de orthodoxe marxist betekent materieel niet stoffelijk, maar werkelijk in de zin van kenbaar.
De term dialectisch heeft betrekking op de overtuiging, dat de ontwikkeling zich voltrekt via tegenstellingen. Elke ontwikkeling roept haar ontkenning op, die dan opnieuw genegeerd wordt (negatie van de negatie). Elke tegenstelling die het gestelde opheft, neemt tevens elementen uit het opgehevene in zich op, zodat iedere negatie tevens een bevestiging en verrijking van het bestaande inhoudt.Het dialectisch materialisme is gefundeerd door F. Engels. Zowel K.Marx als Engels beschouwden echter een totale levensbeschouwing niet als onmisbare voorwaarde tot proletarische revolutie (marxisme). Lenin daarentegen achtte het van vitaal belang, dat alle communisten het dialectisch materialisme aanhingen. Ondanks de schisma’s in het communisme huldigen alle communistische partijen in dit opzicht nog steeds dezelfde interpretatie van Engels en Lenin.
LITT. I.M.Bochenski, Der sowjetrussische dialektische Materialismus (1950); G.A.Wetter, Dialectical materialism (3e dr. 1963); A.Stam, Van Marx tot Mao (1968).