Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-08-2021

Derde orde

betekenis & definitie

in de Rooms-Katholieke Kerk een vereniging van personen die in de wereld leven volgens de geest van een bepaalde kloosterorde, met een aangepaste regel. Uit de broederschappen die in de 12e eeuw ontstonden uit de armoedebeweging, formeerde paus Innocentius III in 1201 een driedelige orde: monniken en nonnen, religieuze lekebroeders en -zusters en een derde orde als broederschap, wier leden in de wereld bleven leven en een aangepaste kloosterregel volgden.

In 1221 gaf kardinaal Hugolinus een levensregel aan leken die wilden leven volgens de franciscaanse geest; deze werd in 1289 pauselijk goedgekeurd en in 1883 aangepast. De derde orde van Dominicus ontving in 1285 een regel, welke in 1405 werd goedgekeurd door de paus. Derde ordes bestaan verder o.a. bij augustijnen, karmelieten, servieten. De leden van een derde orde worden derde-ordelingen of tertiarissen genoemd. Hun spiritualiteit bestaat in een streven naar zelfheiliging overeenkomstig de eigen geest van de orde bij wie men zich heeft aangesloten.

LITT. F.van den Borne, Die Anfange des franziskanischen dritten Ordens (1925); S.Palmen, De derde orde en het kerkelijk recht (1930); J.de Longy, A l’ombre des grands ordres (1937); M.

Beek, Die dreifache Familie des hl. Dominikus (1948).

< >