v./m. (-en), norm voor het structureel begrotingssaldo, d.i. het begrotingssaldo dat de overheid op langere termijn dient aan te houden. Het saldo dat beantwoordt aan de dekkingsnorm moet een zodanige omvang hebben dat het verschil tussen particuliere besparingen enerzijds en particuliere investeringen en gewenst overschot op de lopende rekening van de betalingsbalans anderzijds weggewerkt wordt.
Grondgedachte hierbij is dat de totale besparingen (van overheid en particuliere sector) toereikend moeten zijn voor de financiering van de totale investeringen en van de structurele kapitaalexport.In Nederland b.v. waar de particuliere besparingen de particuliere investeringen overtreffen en een structureel overschot op de lopende rekening van de betalingsbalans gewenst is in verband met kapitaalexport, waaronder ontwikkelingshulp, kan dus een structureel begrotingstekort worden toegestaan. Volgens de dekkingsnorm mag een overschrijding van het toelaatbare structurele begrotingstekort op andere dan conjunctuurpolitieke gronden - niet worden gedekt door een beroep van de overheid op de kapitaalmarkt, maar dient dit te geschieden door belastingverhoging.