o. (-tra, -s),
1. open centrum voor kortdurende hulpverlening aan personen in acute psychische nood (e);
2. centrale post door de overheid ingericht om van daaruit het beleid te bepalen en te doen uitvoeren t.a.v. onverwachte crisissituaties (ramp, gijzeling, kaping e.d.).
Omdat de traditionele instanties op het gebied van de geestelijke gezondheidszorg niet zijn afgestemd op onmiddellijke hulpverlening, zijn er in de grotere steden in Nederland en België crisiscentra (CIC) opgericht, waar een team van medewerkers zorgt voor de eerste opvang en begeleiding (crisisinterventie) van personen in acute psychische nood. In deze centra wordt de hulp gewoonlijk niet op één individu gericht, maar op het hele netwerk van personen die aan het ontstaan van de crisis hebben bijgedragen (zgn. cliëntsysteem). Voor jongeren werd het initiatief tot de oprichting van crisiscentra genomen in 1970 door het Jongeren Advies Centrum (JAC) te Amsterdam.