v., (politiek) het voorkomen dat een politieke crisis leidt tot een gewapend conflict; daarnaast het beperken van reeds ontstane gewelddadige conflicten tot een zo klein mogelijke schaal.
(e) Bij crisisbeheersing als het voorkomen van een gewelddadig conflict spelen de aanwezigheid van militaire macht en de blijkende bereidheid om militaire macht in te zetten (➝afschrikking) een rol. Uit die aanwezigheid en die bereidheid kan duidelijk blijken, dat oplossing van de crisis door een oorlog onaanvaardbare risicos zou meebrengen. De aanwezigheid van bedreigende wapenmacht kan echter, in tijd van hoge politieke spanning, een militair optreden bevorderen uit angst dat de ander zal toeslaan. De beheersing van de crisis wordt daarom bevorderd bij een wederzijdse wapenopbouw, die afgestemd is op defensieve afschrikking. Er zijn ook crises die voortkomen uit plaatselijke gewelddadige conflicten (opstand, burgeroorlog), waar dus reeds militaire actie plaats heeft. Indien zon plaatselijke gewelddadigheid in Europa zou plaatsvinden, bestaat de mogelijkheid, dat strijdkrachten van de NAVO of van het Sovjetblok bij de vijandelijkheden betrokken raken.
Bij de beheersing van zulke crises is het van het grootste belang, dat de militaire acties niet tot verheviging van de crisis bijdragen, dat de strijd plaatselijk beperkt wordt gehouden, en beperkt blijft tot kleinere wapens, opdat intussen door diplomatiek overleg oplossing van het conflict kan worden bereikt. Ook hierbij kan een defensief opgebouwde wapenmacht, waaraan bedreigende offensieve wapens (inclusief atoomwapens) ontbreken, het beheersen van de crisis bevorderen.