Belg. Franstalig schrijver, *20.8.1827 München, ♰7.5.1879 Elsene.
De Coster was bankbediende, ambtenaar bij het Rijksarchief en vanaf 1870, na het behalen van het kandidaatsdiploma letteren en wijsbegeerte, leraar Frans aan de Krijgsschool. Reeds in zijn eerste werken liet De Coster zich inspireren door oude Vlaamse legenden die hij in kernachtige, archaïserende taal navertelde. In 1876 schreef hij La légende d’Ulenspiegel, een van de sterkste werken uit de Belg. Franstalige letterkunde, dat in grote mate heeft bijgedragen tot de litteraire renaissance van 1880. Na 1869 werd het boek uitgegeven onder de titel La légende et les aventures héroïques, joyeuses et glorieuses d’Ulenspiegel et de Lamme Goedzak au pays de Flandres et ailleurs. Tijl, de traditionele grappenmaker, wordt in dit epos van het Vlaamse volk verheven tot symbool van het verzet tegen de vreemde bezetter.
Geboren op hetzelfde ogenblik als Filips II van Spanje, groeit Tijl op tot de grote voorvechter van de vrijzinnigheid en het anti-klerikalisme. Het boek, dat in vele talen is vertaald, munt uit door zijn ritmisch proza, de meesterlijke vertelkunst en de verscheidenheid aan taferelen.
Werken: Légendes flamandes (1858), Contes brabançons (1861), La légende d’Ulenspiegel (1867), Le voyage de noce (1872). Uitgave: door J.Hanse (1959, 2e dr. 1966).
LITT. J.Hanse, C.de Coster et son oeuvre (1928); L.L.Sosset, Introduction a 1’oeuvre de C.de Coster (1937); U.v.d. Voorde, C.de Costers Ulenspiegel (1948); A.Westerlinck, C.de Coster en het Vlaams wezen, in: Dietsche Warande en Belfort (1960); J. M. Klinkenberg, Style et archaïsme dans la légende d’Ulenspiegel (2 dln. 1973).