Belg. rechtsgeleerde, *13.5.1863 Charleroi, ♱11.1.1944 Brussel; broer van Léon Cornil. Na zijn promotie te Brussel verdiepte hij zijn kermis van het Romeinse recht onder leiding van -Windscheid (Leipzig) en von Ihering (Göttingen).
Van 1892-1933 was hij hoogleraar te Brussel. In 1931 werd hij voorzitter van de Koninklijke Belg. Academie en van 1933-44 was hij voorzitter van het Institut des Hautes Études de Belgique. Naast vele werken over het Romeinse recht schreef hij een algemeen werk over het privaatrecht, waarin hij het recht vanuit sociologische hoek benaderde.
Werken: Études de la publicité dans le droit romain (diss. 1890), Traite de la possession dans le droit romain (1921), Droit romain, aperqu sommaire historique (1921), Le droit privé; Essai de sociologie juridique simplifié (1924), Ancien droit romain (1930), Une Vision allemande de l’État d travers l’histoire et la philosophie (1936), A propos de la réforme de l’État (1938).