keizer van het Romeinse rijk (180-192), *161, ♱(verm.) 192; zoon van keizer Marcus Aurelius en Faustina. Toen zijn vader in 180 stierf, bevond hij zich bij Wenen in het leger, dat tegen Marcomannen en Quaden streed; om naar Rome te kunnen terugkeren, sloot hij snel met deze volken een weinig eervolle vrede.
Het rijksbestuur liet hij over aan onbekwame prefecten, achtereenvolgens Paternus, Perennis en Cleander; zelf trad hij graag op in dierengevechten en gladiatorspelen en liet hij zich als een tweede Herculus verheerlijken. Nadat een door zijn zuster Lucilla e.a. beraamde aanslag ontdekt was, verviel hij tot allerlei wreedheden. Zijn hovelingen lieten hem wurgen door de atleet Narcissus.
Litt. J.Traupman, The life and reign of Commodus (1956); F.Grosso, La lotta politica al tempo di Commodus (1964); M.Gherardini, Studiën zur Gesch. des Kaisers Commodus (1974).