Franz, baron, (sinds 1918) graaf, Oostenrijks officier, *11.11.1852 Penzing, ♱25.8.1925 Mergentheim. Conrad von Hötzendorf nam in 1878 deel aan de bezetting van BosniëHerçegovina, werd docent aan de Kriegsschule en was van 1906-11 en van 1912—16 (deels tijdens de Eerste Wereldoorlog) chef van de generale staf.
Zijn eerste aftreden was het gevolg van zijn wens tot een preventieve oorlog tegen Italië tijdens de Italiaans-Turkse Oorlog, zijn tweede van onenigheid met keizer Karel I. Van 1916-18 was hij bevelhebber van de zuidwestelijke sector (Tirol). Dat hij zich geen illusies maakte over de Oostenrijkse macht, bleek uit zijn vergeefse voorstel de Italiaanse en Roemeense neutraliteit door gebiedsafstand te waarborgen (aug. 1914). Zijn militairtheoretische publikaties waren gezaghebbend. Werken: Zum Studium der Taktik (2 dln. 1891), Die Gefechtsausbildung der Infanterie (1900), Aus meiner Dienstzeit (5 dln. 1921-25; memoires, onvoltooid),Mein Anfang (1925).
Litt. O.Regele, Feldmarschall Conrad von Hötzendorf (1955); H.Hoyer, Kaiser Karl und Conrad von Hötzendorf (1972).
