(ook: colloïdaal mengsel, of sol), verdeling van colloïden in een oplossing. Terwijl in ware oplossingen de moleculen in het oplosmiddel verdeeld zijn, bevindt zich de colloïdaal opgeloste stof in een grovere verdeling, veelal in deeltjes tussen 1 en 200 miljoenste delen van een millimeter.
Wanneer men water of ether als oplosmiddel gebruikt, spreekt men van hydrosolen of etherosolen.Colloïdale oplossingen ontstaan in het algemeen wanneer in een oplosmiddel moleculen worden gevormd, die in dat oplosmiddel onoplosbaar zijn.
Een zilverchloridecolloïd ontstaat b.v. als men KCl en AgN03, in niet geheel equivalente hoeveelheden bijeenvoegt. De ionenparen Ag+CL voegen zich aaneen tot deeltjes, die te klein zijn om snel te bezinken. Zij stoten elkaar af, doordat de buitenkant uit Ag+-ionen of CL-ionen bestaat (afhankelijk van de concentratieverhouding in de oplossing). Deze dubbellaag, zo genoemd omdat zij weer tegengestelde ionen uit de oplossing aantrekt, stabiliseert het colloïd.
Kenmerken voor colloïdale oplossingen zijn, dat zij een zeer geringe osmotische druk uitoefenen, dat de opgeloste stof niet in staat is een wand van een andere colloïdale stof, zoals perkamentpapier, collodium, te passeren (dialyse) en dat zij veelal bij opvallend licht min of meer troebel zijn. In de ultramicroscoop ziet men de colloïdale stof in snelle Brownse beweging. Als de deeltjes zeer klein zijn, verraden zij zich slechts door zijwaarts afgebogen licht.
Men onderscheidt suspensoïden of lyofobe en emulsoïden of lyofiele colloïden. Bij de eerstgenoemde (colloïdmetalen, sulfiden, zwavel enz.) treedt het colloïdaal gedispergeerde deeltje niet in wisselwerking met de oplossingsvloeistof; de deeltjes zijn vaak vast. Bij de emulsoïden (kiezelzuur, hydroxiden enz.) daarentegen heeft een sterke wisselwerking met het oplosmiddel plaats. De colloïdaal verdeelde stof is elektrisch geladen ten opzichte van het water; zij beweegt zich derhalve in het elektrisch veld. De suspensoïden zijn uiterst gevoelig voor geringe sporen van elektrolyten. Bij toevoeging daarvan slaat de colloïdaal opgeloste stof neer en is zij veelal niet meer in colloïdale oplossing te brengen. De emulsoïden daarentegen blijven bestaan, zelfs in tegenwoordigheid van een vrij grote hoeveelheid elektrolyt, althans van zouten van lichtere metalen.
Eenmaal neergeslagen, kan men veelal de toestand van de colloïdale oplossing weer herstellen. De hydrofiele solen gaan bij lage temperatuur over in een vaste massa, die als →gel wordt aangeduid. Melk is een emulsie, d.w.z. een colloïdale oplossing waarin de gesuspendeerde deeltjes vloeibaar zijn. Door verzuring verdwijnt het ladingshuidje rondom de oliedruppeltjes, die zich dan kunnen verenigen tijdens het karnen.