(tot 1974: Cluj; Du.: Klausenburg, Hongaars: Koloszvar), hoofdstad van het gelijknamige Roemeense judetul (6650 km2, 683000 inw., een agrarisch gebied met o.a. tabaksen fruitteelt), in Zevenburgen, 213000 inw. De stad is het belangrijkste centrum van Transsylvanië en de tweede stad van het land.
Er zijn een universiteit, enkele hogescholen en musea. De bevolking van de stad is voor meer dan 50 % Hongaarstalig. Industrie: o.a. metaalwaren, leer, papier, meubels, chemische produkten, porselein. In de nabijheid ligt een groot aardgasveld. De kathedraal is uit de 14e eeuw. GESCHIEDENIS. De stad ontstond in de 13e eeuw, was een Hongaarse vrijstad en werd in 1569 zetel van de Zevenburgse Landdag.
In 1790—1848 en 1861-67 was het de hoofdstad van het vorstendom Transsylvanië onder Oostenrijkse soevereiniteit. In 1921 kwam de stad aan Roemenië, in 1940 aan Hongarije en in 1945 definitief aan Roemenië.
