Amerikaanse stad in de staat Illinois, aan de zuidwestelijke oever van het Michigan Meer, waar de noord- en zuidtak van de Chicago Rivier samenvloeien, 587 km2, 3,4 mln. inw., waarvan een derde negers. Chicago is gerekend naar het aantal inwoners de tweede stad in de VS.
Het metropoolgebied omvat 7,6 mln. inw. en een beroepsbevolking van 3,5 mln. personen.De ‘Windy City’ heeft die naam door de ’s zomers soms hete droge westenwinden uit de prairies en door de scherpe sneeuwstormen uit het noorden (blizzards), die ’s winters dagenlang het auto- en luchtverkeer stil kunnen leggen.
VERKEER
De geweldige groei van Chicago (4000 inw. in 1840, 1,1 mln. in 1890, 3,4 mln. in 1940) was vooral een gevolg van de uiterst gunstige verkeersligging tijdens de economische ontwikkeling van de VS. Spoorwegen ontsloten het Midden Westen en het Verre Westen. Kolonisten ontgonnen de prairies tot een gebied van landbouw (maïs, tarwe) en veeteelt (gemengd bedrijf). Chicago werd de schakel tussen de voedselproduktie in het westen en het consumptiegebied van het industriële noordoosten van de VS (en West-Europa). Tegenwoordig komen 32 hoofdlijnen naar 7 stations in Chicago. Het goederenemplacement is 45 km2.
Even gunstig is de ligging voor de scheepvaart, aan de Grote Meren, die bovendien sinds 1959 (Saint-Lawrence Seaway) zeeschepen tot 9000 t verbinding geeft met de Atlantische Oceaan. Riviervaart met het zuiden van de VS geschiedt door een rivier-kanaalverbinding met de Mississippi. De havens van Chicago verwerkten 47 mln. t goederen in 1972, waaronder ca. 10 % zeevaart. Over 12 hier samenkomende autowegen (highways) vindt een enorm vrachtautovervoer plaats. Van de drie luchthavens is O’Hare ’s werelds grootste en drukste. Naar en uit Chicago gingen 33 mln. passagiers in 1972.
INDUSTRIE
Aanvoer van ijzererts uit Minnesota, met Mesabi Range bij het Boven Meer en steenkolen uit het oosten van Illinois en het westen van Indiana, maakte het metropoolgebied Chicago tot de grootste ruwijzer- en staalproducent van de VS. De produktie had in 1972 een waarde van $7100 mln. Deze zware industrie, gebonden aan water- en spoorwegen, trok naar het zuiden en zuidoosten van de stad (East Chicago, Hammond, Whiting, Gary) tot in het Calumet-riviergebied in Indiana. Ook werd petroleumindustrie en chemische industrie hier belangrijk (Whiting). De voedingsmiddelenindustrieën ($5600 mln. in 1972) staan tegenwoordig op de tweede plaats (een relatieve achteruitgang o.a. door vleesindustrieën elders). Rijen graansilo’s markeren de havenkant, waar 2,5 km2 ‘veeparken’ (stockyards) vee bevatten, dat uit de maïsstreek (Corn Belt) afkomstig is.
Via slachterijen en vleesfabrieken komt dit vooral als vleesconserven in de handel. Het houden van melkvee rond Chicago, een deel van de ‘Dairy Belt’ in de VS, maakte de zuivelindustrie belangrijk. De gehele industrie telt 15000 fabrieken, meest langs de randen van en binnen de woonwijken. De voornaamste produkten zijn: telefoons, radio- en televisietoestellen, confectie, huishoudelijke artikelen, dieselmotoren, metaalwaren, landbouwmachines, autoassemblage, spoorwegmaterialen, chemicaliën en papier. Voorts drukkerijen en uitgeverijen. De totale produktie van Chicago is 5,35 % van het bruto nationale produkt van de VS.
ONDERWIJS EN CULTUUR
Onder de 93 instellingen voor hoger onderwijs bevinden zich twee zeer gerenommeerde: de universiteit van Chicago met 9000 studenten in 1973, de Northwestern University in het noorden (Evanston) met 14000 studenten. Verder het Illinois Institute of Technology. Chicago is zetel van een aartsbisschop en heeft tal van kloosters. Bekend zijn het Field Museum voor natuurlijke historie en Art Institute, Adler Planetarium en ’swerelds grootste aquarium Shedd. Architectonisch nieuw in de binnenstad is Marina City, met twee ronde, 60 verdiepingen hoge torens met kantoren en flats.
GESCHIEDENIS
In 1833 werd door blanken Checagou (land met geur van wilde uien) van de Algonkin-Indianen gekocht. De tweede helft van de 19e eeuw bracht een enorme groei, met een toeloop van landverhuizers van tientallen nationaliteiten, eerst Ieren, Duitsers en Scandinaviërs, aan het eind van de 19e eeuw Oost- en Zuideuropeanen. Achterbuurten (slums) ten zuiden en ten westen van het centrum (‘The Loop’, dat nu financieel centrum, winkel- en amusementscentrum is) die door vorige immigranten verlaten waren, werden achtereenvolgens bevolkt. Een recente groep hier vormen de negers uit de zuidelijke staten sinds de Tweede Wereldoorlog: de ‘Black Belt’. In 1871 was er een grote brand (nog vele houten huizen). Chicago kende sociale onlusten van 1886—94, en obscure politieke machinaties. Het alcoholverbod in de jaren twintig leidde tot een gangsterdom (Al Capone).
LITT. M.M.Quaife, Checagou, from Indian wigwam to modern city (1933); E.H.Draine, Import traffic of Chicago and its hinterland (1963); O. Demaris, Captive city (1969); J. Cutler (red.), The Chicago metropolitan area (1970); C.C.Condit, Chicago 1930—70: building, planning and urban technology (1974).