Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 04-07-2019

Celan

betekenis & definitie

Paul, pseud. van Paul Antschel, Oostenrijks schrijver, *23.11.1920 Tsjernovtsy (Boekovina), †(zelfm.) 5.5.1970 Parijs. Celan studeerde medicijnen te Parijs (1938), vervolgens te Boekarest, vluchtte in 1947 naar Wenen en in 1948 naar Parijs, waar hij zich vestigde als leraar, vertaler en vrij schrijver.

Hij is een belangrijk naoorlogs dichter, vertegenwoordiger van de experimentele lyriek.Zijn poëzie ontwikkelde zich tot een ernstige, harde, maar aangrijpende lyriek. Men kan er vaak invloed van de chassidische vertellingen en van het Franse surrealisme in terugvinden. Vanaf Mohn und Gedächtnis (1952) worden Celans gedichten voortdurend minder toegankelijk (zgn. hermetische poëzie) en krijgen de woorden het karakter van ‘chiffres’.

Tegelijkertijd dringt er echter steeds meer actualiteit in door, zodat de dichter nooit de indruk wekt zich in een ivoren toren te willen terugtrekken. In Sprachgitter schreef hij fascinerende poëzie, die na de eerste leesschok uitnodigt tot dieper doordringen in de strenge rijkdom. Werken: Der Sand aus den Urnen (1948), Mohn und Gedächtnis (1952), Von Schwelle zu Schwelle (1955), Sprachgitter (1959), Die Niemandsrose (1963), Atemwende (1967), Fadensonnen (1968), Lichtzwang (1970), Schneepart (1971).

LITT. J. Firges, Die Gestaltungsschichten in der Lyrik P. Celans (diss. 1960); P. Neumann, Zur Lyrik P. Celans (1968); K.

Weissenberger, Die Elegie bei P. Celan (1969).

< >