Johannes Hendrik, Ned. jurist, *12.1.1864 Colmschate, ♱25.4.1929 ’s-Gravenhage. Na diverse functies bij de rechterlijke macht in Ned.-Indië was Carpentier Alting van 1907—17 hoogleraar in Leiden, daarna president van de Ned.-Indische hooggerechtshoven en sedert 1919 lid van de Raad van Indië.
Vanaf 1918 was hij tevens voorzitter van de commissie tot herziening van de Ned.-Indische staatsinrichting, die grote invloed heeft uitgeoefend op de grondwetsherziening van 1922 en de Ned.-Indische Staatsregeling van 1925.Hij wordt beschouwd als een groot kenner van het inheemse adatrecht. Werken: De staat en de kerkelijke financiën (diss. 1886), Grondslagen der rechtsbedeeling in Nederlandsch-Indië (1908).