o., geloof in Zuid-Vietnam, dat elementen bevat uit het boeddhisme, spiritisme, rooms-katholicisme, confucianisme en taoïsme.
Deze syncretistische sekte heeft in Zuid-Vietnam ca. 2 mln. aanhangers. Het caodaïstische universalisme is gesticht door Ngo-van-Chieu, een ambtenaar in Cochinchina. Hij placht met behulp van een jong vrouwelijk medium geesten op te roepen. In 1919 meldde zich de geest Cao-Daï, waarin hij een manifestatie van God herkende, die zijns inziens vereerd moest worden als een symbolisch oog. In 1925 liet Cao-Daï, naar men zegt, in een séance weten dat de vroegere mandarijn Le-van-Tsung hoofd moest worden van het caodaïsme. De 50-jarige Le werd een voorbeeldig leider; de aanhang van het caodaïsme nam mede toe doordat Le zijn vroegere lichtzinnige leven geheel opgaf..In 1926 werd het caodaïsme officieel afgekondigd; Le werd paus, en de gehele hiërarchie werd van de Rooms-Katholieke Kerk overgenomen.
In 1934 stierf Le en koos een concilie zijn opvolger. Door instelling van eigen bestuur en leger werd het caodaïsme na de Tweede Wereldoorlog min of meer een staat in de staat.
LITT. G.Gobron, Histoire du caodaïsme (1948).