[Lat., gezang], m., ben. voor een gezongen melodie; later een term gebruikt voor de hoogste zangstem in een meerstemmige compositie. .. Een specifieke betekenis heeft cantus firmus, als kernmelodie voor de structuur van een meerstemmige compositie, vooral in de 15e en 16e eeuw. Voor die cantus firmus koos men een gregoriaanse of volksliedmelodie, een door de componist zelf ontworpen melodie, of ook koraalmelodieën. Met de naam cantus planus werd in de middeleeuwen het gregoriaans bedoeld. Daartegenover wees de term cantus mensuratus (mensurabilis) of figuratus op meerstemmige muziek met gecompliceerde
Een specifieke betekenis heeft cantus firmus, als kernmelodie voor de structuur van een meerstemmige compositie, vooral in de 15e en 16e eeuw. Voor die cantus firmus koos men een gregoriaanse of volksliedmelodie, een door de componist zelf ontworpen melodie, of ook koraalmelodieën. Met de naam cantus planus werd in de middeleeuwen het gregoriaans bedoeld. Daartegenover wees de term cantus mensuratus (mensurabilis) of figuratus op meerstemmige muziek met gecompliceerder ritme.