Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 06-06-2019

Buitenvervolgingstelling

betekenis & definitie

v. (-en), de beschikking om na een gerechtelijk vooronderzoek af te zien van verdere vervolging.

In Nederland kan een verdachte aan wie, na een gehouden gerechtelijk vooronderzoek een kennisgeving van verdere vervolging is betekend, daartegen binnen acht dagen bij de rechtbank een bezwaarschrift indienen. Ook tegen een dagvaarding die niet is voorafgegaan door een kennisgeving tot verdere vervolging, kan de verdachte een bezwaarschrift indienen. Door zo’n bezwaarschrift komt een eventueel uitgebrachte dagvaarding te vervallen. De rechtbank stelt de verdachte, na hem op het bezwaarschrift gehoord te hebben, buiten vervolging indien blijkt: dat de Officier van Justitie niet ontvankelijk is, dat het feit waarop de kennisgeving tot verdere vervolging of de dagvaarding betrekking heeft niet strafbaar is, dat verdachte niet strafbaar is, of dat onvoldoende aanwijzing van schuld aanwezig is. Tegen deze beschikking van de rechtbank staat de Officier van Justitie gedurende drie dagen hoger beroep bij het gerechtshof open (artt. 250 vlg. en 262 WStr). Ten aanzien van minderjarigen geldt bovendien artt. 498 en 498a WStr.

Behoudens het bepaalde bij art. 246 lid 2 WStr kan de verdachte na zijn buitenvervolgingstelling niet weer voor hetzelfde feit in rechte betrokken worden, tenzij nieuwe bezwaren bekend zijn geworden (art. 255 WStr). In België is buitenvervolgingstelling de beschikking van de raadkamer van de rechtbank van eerste aanleg (rechterlijke inrichting), waarbij, na onderzoek door de onderzoeksrechter, verklaard wordt dat er geen aanleiding bestaat tot vervolgingen tegen een verdachte wegens gebrek aan bezwaren. Beroep is mogelijk binnen 24 uren door de burgerlijke partij of door de procureur des konings, voor de Kamer van Inbeschuldigingstelling van het Hof van Beroep. Bij het ontdekken van nieuwe elementen kan het onderzoek echter hervat worden.

< >