Ned. letterkundige, *ca. 1618 Middelburg, ✝ (begr.) 22.10.1649 ’s-Gravenhage; neef van Johan de Brune. Sinds 1641 was hij advocaat in ’s-Gravenhage.
Alle volgeestige werken (1665) omvatten o.a. zijn Veirzjes (1639), Jok en ernst (1644) en het bekende prozawerk Wetsteen der vernuften (1644; uitgebr. dr. 1659).
LITT. J.A.Worp (in: Oud-Holland vin, 1890); L. C.Michels, Stoffen uit de 16e en 17e eeuw (1958).