benaming voor rooms-katholieke geestelijken (o.a. fraterheren, heerflorensbroeders, hiëronymianen, kogelheren, collatiebroeders) die in gemeenschap, maar zonder kloostergeloften af te leggen, het vroomheidsideaal der Moderne Devotie trachtten te beleven. Allen hadden ten minste de tonsuur ontvangen en streefden naar een innige persoonlijke vroomheid.
Zij voorzagen in hun levensonderhoud door handenarbeid, in het bijzonder door het kopiëren van boeken, waarvan de opbrengst in een gemeenschappelijke kas bijeengebracht werd. Zij hebben ook enkele scholen en talrijke convicten (studentenhuizen) opgericht en aldus een grote invloed uitgeoefend op de studerende jeugd.
Een eerste gemeenschap van klerken ontstond na 1380 te Deventer onder leiding van Florens Radewijns, een vriend van Geert Groote. Naderhand werden talrijke broederhuizen gesticht in de Nederlanden, o.a. te Zwolle, Amersfoort, Groningen, Utrecht, Nijmegen, Leuven, Luik, Gent, Brussel en in Duitsland.
De meeste van deze huizen verdwenen in de hervormingstijd; enkele wisten zich te handhaven tot aan de secularisatie in het begin van de 19e eeuw. Verscheidene broederhuizen gingen over tot de Windesheimer Congregatie (1387).
Naast de fratergemeenschappen ontstonden op vele plaatsen ook zusters van het gemene leven.
LITT. A.Hyma, The brethren of the common life (1950); R.R.Post, De moderne devotie (2e dr. 1950); W.J.Alberts, Moderne devotie (1969).
Het klooster van de broeders van het gemene leven te Brussel, genaamd Nazareth, werd gesticht in 1422. Slechts na herhaalde pogingen werd hun vanwege het kapittel toegestaan een Latijnse school op te richten (1504), naast de bestaande kapittelschool in de bovenstad. Vanaf ca.1570 waren financiële en andere moeilijkheden, benevens politieke troebelen, er oorzaak van dat het huis definitief werd gesloten in 1595. Schrijf- en bindwerk werd voor eigen rekening en op bestelling uitgevoerd: vooral liturgische boeken, al dan niet met muzieknotatie. De binderij beschikte o.a. over een naamstempel, ‘Nazareth’, en over drie verschillende paneelstempels, de Boodschap aan Maria voorstellend. De meeste handschriften en banden zijn slechts uit rekeningen bekend.
Catalogi of inventarissen zijn niet voorhanden. Van ca. 1475—ca.1485 is er in Nazareth een drukkerij geweest, de enige in Brussel tijdens de 15e eeuw. De 36 thans bekende drukken, meestal ongedateerd en vaak ook ongelokaliseerd, zijn dank zij het lettertype gedetermineerd. Van hun pers kwamen voornamelijk kerkvaders en christelijke auteurs, brevieren en aflaatbrieven, een paar schoolboekjes en één juridisch werk.
LITT. P.Verheyden, La reliure en Brabant (in: Le livre, l’estampe, l’édition en Brabant du 15me—16me siècle, 1935); E.Cockx-Indestege, De broeders van het gemene leven te Brussel, 1422—1595 (in: Eigen Schoon en de Brabander 41, 42, 1958); W.Hellinga en L.Hellinga, Fratres vitae communis, Brussels (in: The fifteenth century printing types of the Low Countries, 1966); E.Persoons, De broeders van het gemene leven in België (in: Ons geestelijk erf 42, 1969); E.Cockx-Indestege, De broeders des gemenen levens te Brussel (in: De vijfhonderdste verjaring van de boekdrukkunst in de Nederlanden. Cat. tent. Kon. Bibliotheek Albert I, Brussel, 1973).