Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 06-06-2019

Bouts (albrecht)

betekenis & definitie

Zuidned. schilder, *ca. 1456—60 Leuven, ♱1549 Leuven. Bouts was leerling van zijn vader Dirk Bouts en mogelijk ook van Hugo van der Goes.

Aan de hand van zijn drieluik de Hemelvaart van Maria (Koninklijke Musea voor Schone Kunsten, Brussel) wordt een groot aantal werken aan hem toegeschreven. Uit zijn schilderijen blijkt duidelijk de invloed van zijn vader en van Van der Goes.

LITT. F. Baudouin, A. Bouts (in: Nat. biogr. woordenboek I, 1964).

< >