Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-05-2019

Boomkikkers

betekenis & definitie

m. (mv.), een familie van kikkers, behorend tot de orde van de Anura.

De boomkikkers, Hylidae, hebben een zeer grote verspreiding en komen eigenlijk over de hele wereld voor, behalve in Afrika ten zuiden van de Sahara. In Zuid- en Midden-Amerika komen zeer veel geslachten voor. In het Australische gebied komen veel soorten voor, maar die behoren slechts tot een tweetal geslachten. In Eurazië komt slechts het geslacht Hyla voor, terwijl in Noord-Amerika ook nog een tweetal andere geslachten voorkomt. Het belangrijkste kenmerk van deze familie is het bezit van een kraakbeenstukje tussen het laatste en het voorlaatste kootje van vingers en tenen. De vingers en tenen zijn aan hun top bovendien verbreed tot hechtschijfjes.

Deze voorzieningen maken het de dieren mogelijk zelfs tegen verticale, gladde vlakken op te klimmen. De meeste boomkikkers zijn inderdaad boombewoners, maar er zijn ook soorten die op de grond leven. Verschillende vormen van broedzorg komen voor. Er zijn soorten die hun eieren op hun rug gekleefd meedragen, andere die ze in een schuimmassa tussen opgerolde bladeren boven water afzetten; weer andere maken aan de rand van kreken ronde omwalde kommetjes waarin de eieren worden gedeponeerd. Deze voorzieningen maken de overlevingskansen van de eieren en larven zo groot mogelijk. Hiermee hangt samen dat het aantal eieren bij deze soorten veel lager is dan bij soorten die de eieren zo maar in het water leggen.

< >