o. (-ken),
1. (bouwkunde) elk van de stukken van een boogschinkel;
2. (werktuigkunde) een op het uiteinde van een balans, hefbalk of arm bevestigd gebogen stuk waarlangs een ketting of hengsel zich beweegt;
3. (koopvaardij) bovenste gedeelte van het raam waarin de schroef draait; het bijna horizontale gedeelte van een schip dat nog verder dan het schroefraam naar achteren uitsteekt en het hele achterschip ondersteunt.