Boogstuk
v. (-ken). 1. elk der stukken van een boogschinkel. 2. (stoomw.) een op het uiteinde van een balans, hefbalk of arm bevestigd gebogen stuk waarlangs een ketting of hengsel zich beweegt.
Van Dale Uitgevers (1950)
v. (-ken). 1. elk der stukken van een boogschinkel. 2. (stoomw.) een op het uiteinde van een balans, hefbalk of arm bevestigd gebogen stuk waarlangs een ketting of hengsel zich beweegt.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
o. (-ken), 1. (bouwkunde) elk van de stukken van een boogschinkel; 2. (werktuigkunde) een op het uiteinde van een balans, hefbalk of arm bevestigd gebogen stuk waarlangs een ketting of hengsel zich beweegt; 3. (koopvaardij) bovenste gedeelte van het raam waarin de schroef draait; het bijna horizontale gedeelte van een schip dat nog verder dan het...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: