Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-05-2019

Bonze

betekenis & definitie

[Jap. bonsö zie bo-si, meester der wet], m. (-n), in Japan gebruikte benaming voor de hogere boeddhistische priesters, die in de 16e-17e eeuw grote invloed hadden.

In West-Europa werd bonze een scheldwoord voor machtige, maar hypocriete geestelijken, later voor machtige partij- of vakbondsfunctionarissen.

< >