Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-05-2019

Bonald

betekenis & definitie

Louis Gabriel Ambroise vicomte de, Frans politicus en filosoof, *2.10.1754 kasteel Le Monna (bij Millau), ♱23.ll.1840 kasteel Le Monna. In het begin van de Franse Revolutie was hij burgemeester van Millau, later president van het nieuwe departement Aveyron.

Uit protest tegen de ‘Burgerlijke Constitutie voor de Clerus’ legde hij zijn ambten in 1791 neer.Hij emigreerde naar Heidelberg, ging vandaar naar Konstanz, waar hij zich aansloot bij een groep koningsgezinde schrijvers die in een reeks geschriften de Revolutie fel aanvielen. De Bonalds bijdrage daaraan is zijn Théorie du pouvoir politique et religieux dans la société civile (3 dln. 1796, verkorte herdr. 1966). Na de Restauratie van de Bourbons nam hij vanaf 1814 weer publieke ambten op zich.

Hij werd lid van de Académie française en in 1823 pair van Frankrijk. Na de Julirevoiutie van 1830 trok hij zich op kasteel Le Monna terug.Met Joseph de Maistre is De Bonald de belangrijkste theoreticus van een tegen de Revolutieideeën gericht christelijk conservatisme. Zijn filosofisch standpunt was dat van het traditionalisme: de menselijke rede is slechts in staat tot zekerheden te komen indien zij steunt op de tradities van een gemeenschap. In de redenering waarmee hij deze positie rechtvaardigt, speelt de taal - volgens hem de voorwaarde voor alle denken - een centrale rol. De theorie van de Verlichting, als zou taal een menselijke uitvinding zijn, verwierp hij: voor zo’n ontdekking zou immers denken nodig zijn en dat denken zou het bestaan van taal weer vooronderstellen. De taal is bij de schepping aan de mens toebedeeld.

Voorts is de taal een sociaal verschijnsel, er worden tussenmenselijke voorstellingen mee uitgedrukt. Deze nu zijn altijd gegrondvest in traditie. Voor de traditie is het essentieel dat zij tendeert naar een unitair politiek stelsel en een unitaire geloofsovertuiging. Absolute monarchie en de Rooms-Katholieke Kerk zijn de dragers bij uitstek van zo’n eenheid, waarbij de universele macht van de kerk boven die van de staat wordt gesteld. In zijn afkeer van de democratie ging De Bonald zelfs zover door te poneren, dat de kunsten alleen onder een absolute monarchie kunnen floreren, zodat er over de Griekse kunst, gegrondvest als ze is in een democratisch bestel, weinig goeds te zeggen valt. Hij verdedigde voorts de doodstraf, de censuur en de rechtsongelijkheid van de vrouw.

De Bonald verlangde een sterk gezag waardoor de samenleving duurzaam geordend zou worden. Deze ordening nu moet worden bestudeerd in een ‘sociale fysica’ die zich oriënteert aan de exacte natuurwetenschap: een merkwaardige ontlening van een ideaal van de Verlichting door deze theoreticus van de Restauratie. Een dergelijk pleidooi werd positivistisch geïnterpreteerd uitgewerkt door de Comte. In de 20e eeuw hebben De Bonalds gedachten weerklank gevonden bij de ultrarechtse Action française, m.n. bij Charles Maurras. Werken: Théorie du pouvoir politique et religieux dans la société civile (1796), Essai analytique sur les lois naturelles de l’ordre social (1800), Législation primitive (1802), Recherches philosophiques sur les premiers objets des connaissances morales (1818), Démonstration philosophique du principe constitutif de la société (1830). Uitgave: Oeuvres complètes, door J.P.Migne (3 dln. 1859); een bloemlezing werd samengesteld door P.Bourget en M.Salomon (1905). [drs. M.S.G.K.van Nierop]

LITT. H.Moulinié, De Bonald (1915); H.Laski, Authority in the modem state (1919); M.H.Quinlan, The historical thought of the vicomte de Bonald (1953); R.Spaemann, Der Ursprung der Soziologie aus dem Geist der Restauration (1959).

< >