Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 04-06-2019

Boldriehoek

betekenis & definitie

m. (-en), (wiskunde) figuur op de bol.

Een boldriehoek wordt uit de bol uitgesneden door de drievlakshoek, waarvan het hoekpunt in het middelpunt ligt, terwijl de ribben de bol snijden in de hoekpunten van de boldriehoek. Aan de boldriehoek onderscheidt men drie hoeken, die gelijk zijn aan de standhoeken van de tweevlakshoeken van de drievlakshoek, en drie zijden, welke gemeten worden door de hoeken, die de ribben van de drievlakshoek twee aan twee insluiten. De som van de hoeken van een boldriehoek is steeds groter dan 180°, de som van twee zijden steeds groter dan de derde zijde. Het aantal graden of radialen, waarmee de som van de hoeken twee gestrekte hoeken overtreft, heet sferisch exces. Drukt men dit sferisch exces E uit in radialen, dan is de oppervlakte O van de boldriehoek O = ER

2. Drukt men het uit in graden (e), dan geldt O = (e/180°)πR
2. Zijn twee zijden van een boldriehoek gelijk, dan zijn ook de overstaande hoeken gelijk. Is één hoek recht, dan heet de boldriehoek rechthoekig, heeft één zijde een booglengte van 90° (=½π rad), dan heet de boldriehoek rechtzijdig. Heeft een boldriehoek twee rechte hoeken, dan heeft hij ook twee rechte (daartegenover liggende) zijden. De pooldrievlakshoek van een drievlakshoek snijdt de bol volgens de pooldriehoek van de gegeven boldriehoek. De betrekkingen tussen driehoek en pooldriehoek zijn wederkerig, b.v. een hoekpunt van de pooldriehoek is de pool van de corresponderende zijde van de gegeven boldriehoek.

< >