[Eng.], o., (ook: vezelplaat), bouwmateriaal in platen uit vervilte vezels van hout of andere organische vezels, waarbij de bindstof geheel of grotendeels afkomstig is van de bij de oorspronkelijke vezels behorende bindstof: men onderscheidt hard en zacht board; een kamertje met board afschutten.
Het op grote schaal produceren van board kwam ca.1925 op gang toen Mason (VS) en Asplund (Zweden) het probleem van het op grote schaal vervezelen van hout hadden opgelost (masonresp. defibratorsysteem). Zachtboard ontstaat indien de natte vezelbrij op zeven wordt gebracht, tot platen gewalst en gedroogd zonder persdruk. Wordt dezelfde vezelbrij onder druk en hitte geperst, dan ontstaat, afhankelijk van de druk, halfhardboard (isolatieboard) of hardboard. Laatstgenoemde produkten kunnen ook uit eerst gedroogde vezels worden gemaakt, een proces dat vanwege milieu-aspecten steeds meer ingang vindt. Hardboard dat direct na het persen in olie wordt gedompeld, gevolgd door een warmtebehandeling, wordt ‘oil-tempered’ of superhardboard genoemd.
