(bloosde, heeft gebloosd),
1. een blos hébben van gezondheid: er blozend uitzien; oneig. van vruchten, van de hemel enz.;
2. rood in het gezicht worden door een emotie, in het bijzonder door schaamte: zij bloosde van genoegen; iemand doen blozen; zonder blikken of blozen, onbeschaamd;
3. zich schamen;
4. (litteraire term) een rode of roze kleur vertonen.
Blozen wordt veroorzaakt door een verwijding van de bloedvaten in de huid onder invloed van psychische prikkels, vooral op de wangen, soms ook in de hals en op de borsthuid, zie erytheem.