(onbep. w.)
1. blauw afgeven bij het koken: het blauwkoken van een nieuwe ijzeren pot;
2. bereidingswijze voor vis .
Blauwkoken is een speciale bereidingswijze voor sommige soorten vis, m.n. zoetwatervis zoals forel, karper en zeelt. Het is alleen mogelijk als de vis kort voor de bereiding gedood en de slijmhuid onbeschadigd is, dus weinig door de handen is gegaan. Bij forel (truite-au-bleu) worden kop en staart aaneen gebonden, zodat het lichaam een cirkel vormt (de vis wordt na de bereiding ook in deze vorm opgediend). De vis wordt met azijn overgoten of in azijn gedompeld en in bijna kokend water met een scheutje azijn of in een court bouillon gaar getrokken. Als de vis uit het water gehaald is, wordt hij met warme boter bestreken om de blauwe kleur te behouden.