v. (-ten), ook: concubine, vrouw met wie een man buiten huwelijk in min of meer vaste verhouding leeft en omgang heeft, zie concubinaat.
In België vormt het ‘onderhouden van een bijzit in de echtelijke woning’ een onderwerp van het strafrecht. Het is een klachtdelict (straffen van een maand tot een jaar; artt. 389 en 390 WStr), tevens grond voor vordering van echtscheiding door de echtgenote, dan wel scheiding van tafel en bed. Intrekking van klacht doet de strafvordering vervallen. Zelfs na definitieve veroordeling bezit de beledigde echtgenoot nog het recht om de gevolgen van de veroordeling tegen te houden, hetgeen men het genaderecht van de echtgenoten noemt (artt. 387 en 389 WStr).
Litt. L.de Wilde, Overspel en onderhoud van bijzit (1967).
