Horst, Westduits schrijver, *7.5.1930 Gleiwitz (Opper-Silezië). Bienek studeerde na de Tweede Wereldoorlog bij Brecht in Berlijn.
Hij publiceerde in 1949 zijn eerste gedichten in het Oost- duitse Litteraire tijdschrift Sinn und Form.Bienek werd in 1959 om politieke redenen gearresteerd en tot 25 jaar dwangarbeid veroordeeld. Hij bracht vier jaar in het werkkamp Workuta door. Na de dood van Stalin kreeg hij amnestie, ging naar de BRD en werd in 1957 redacteur bij de Hessische Rundfunk.
Sedert 1961 is hij lector bij de uitgeverij Hanser. Het centrale thema in zijn poëzie en proza is gebaseerd op zijn ervaringen in het werkkamp in Workuta. Hij ziet de moderne mens als een gevangene van zijn tijd, die niet weet waarvoor hij veroordeeld is.
Heel duidelijk blijkt dit in de werken: Traumbuch eines Gefangenen (1957), Nachtstücke (1959), Was war, was ist (1966), en de roman Die Zelle (1968). In Vorgefundene Gedichte (1968) sluit hij aan op de Amerikaanse en Franse stromingen, die allerlei soorten gebruiksproza tot poëzie verklaren (de zgn. ‘ready mades’ of ‘poèmes trouvés’). In Bakunin eine Invention (1970) slaat hij geheel nieuwe wegen in: hij tracht het leven van de anarchist Bakoenin te actualiseren door de ervaringen van een student te beschrijven, die zich een weg baant door de geweldige berg documentatie in het Amsterdamse Instituut voor Internationale Geschiedenis.
Verder werk: Werkstattgesprache mit Schriftstellern (1962).