Middelned. verzameling ‘exempelen’ uit de 15e eeuw, mogelijk vroeger. Bekend in twee afzonderlijke vertalingen naar het Bonum universale de apibus (1256— 61) van de Zuidned. dominicaan Thomas van Cantimpré.
Het was een instructiewerk voor de geestelijke stand, allegorisch gemodelleerd naar de ideale samenleving der bijen.De kern vormen de vele exempelen, voornamelijk uit mondelinge overlevering opgetekend, vaak in zeer los verband met het werk als geheel en niet zelden zeer fantastisch. Litt. W.A.van der Vet, Het Biënboec van Thomas van Cantimpré en zijn exempelen (1902).