Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 21-03-2019

Beyrout

betekenis & definitie

zie Beirut.

eysens Josephus Theodorus, Ned. filosoof, *13. 2.1864 Rotterdam, ✝️17.11.1945 ’s-Gravenhage. Achtereenvolgens was Beysens, die behoorde tot de geestelijkheid van het bisdom Haarlem, leraar aan het klein-seminarie Hageveld (1891), hoogleraar aan het groot-seminarie Warmond (1895) en bijzonder hoogleraar te Utrecht (1909-29). Door onderwijs en geschriften heeft Beysens zich grote verdiensten verworven voor de herleving van de thomistische wijsbegeerte in Nederland.

M.n. de Ned. neothomistische terminologie is in belangrijke mate aan hem te danken. Voor zijn verdiensten werd Beysens onderscheiden met een eredoctoraat (Leuven, 1908); voorts werd hij bevorderd tot ere-kanunnik van het bisdom Haarlem (1909) en tot geheim kamerheer van de paus (1929). Werken: Ontologie (1904), Dualistische teleologie (1909), Natuurphilosophie (1910), Algemeene zielkunde (3 dln. 1909—20), Hoofdstukken uit de bijzondere ethiek (5 dln. 1917—19), Wijsgerige staatsleer (1917), Theodicee of natuurlijke godsleer (1919), Logica (1923).

Litt. G.J.J.Louwerens, Een nieuwe godsleer (1908); I.J.M.van den Berg, In memoriam mgr. prof.dr.J.T.Beysens (in: Tijdschrift voor philosophie 8, p. 379 384, 1946).

< >