Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 21-03-2019

Bewaarziekte

betekenis & definitie

v. (-n), ziekte die optreedt tijdens de opslag of het vervoer van het geoogste produkt.

Bij fruit kunnen bewaarziekten optreden die niet veroorzaakt worden door dierlijke of plantaardige organismen, maar door het onharmonisch verlopen van de levensprocessen van de vruchten zelf. Er ontstaan dan verkleuringen of zachte plekken in de vruchten. Te noemen zijn:

1. lage-temperatuurbederf, een beschadiging die bij tal van vruchtsoorten voorkomt ten gevolge van opslag bij te lage, wel boven het vriespunt liggende, temperatuur (grijsbruine plekken in het vruchtvlees, 1-2 cm onder de schil); op den duur wordt de vrucht zacht. Bijzonder vatbaar hiervoor zijn Cox’s Orange Pippin en Jonathan;
2. bruinverkleuring rond het klokhuis (core flush), bruine verkleuring van het vruchtvlees bij het klokhuis in de vorm van een V met de punt tussen de vijf klokhuisholten, optredend na langdurige bewaring. Vooral Goudreinette en Cox’s Orange Pippin zijn vatbaar;
3. koolzuurbederf, een bruine verkleuring van het vruchtvlees ten gevolge van een te hoog oplopen van het koolzuurgasgehalte in de omgevingslucht;
4. stip, een afwijking waarbij plaatselijk in het vruchtvlees cellen afsterven, die daarna als droge bruine stipjes zichtbaar zijn. De oorzaak is een onevenwichtige voedingstoestand, waarbij het element calcium in verhouding tot de elementen kalium en magnesium onvoldoende beschikbaar is. Het tekort aan calcium is moeilijk door bemesting aan te vullen. Men past daarom bespuitingen toe met kalksalpeter en dompeling van de vruchten in een oplossing van een kalkzout vóór de bewaring;
5. scald, een bruine, onregelmatige verkleuring van de schil door plaatselijk afsterven van het weefsel. Het onderliggend vruchtvlees blijft aanvankelijk nog gezond en goed van smaak, maar de handelswaarde vermindert sterk. De oorzaak is onbekend. Scald komt vooral voor bij Goudreinette en Golden Delicious. Het optreden ervan kan worden geremd, maar niet voorkomen.

Litt. R.Ulrich, La vie des fruits (1952); J.C.Fidler enz., The biology of apple and pear storage (1973); Ned. Fruittelers Organisatie, Koelen en bewaren van fruit (1974).

< >