v./m. (-scholen), in Nederland: een weinig meer gebruikte en ook aan verouderde inzichten ontsproten term voor kleuteronderwijs; in België: de wettelijke benaming voor de kleuterschool.
België. Bewaarscholen zijn scholen voor kleuters waar men, in tegenstelling tot de vroegere matressenschooltjes, zich om de opvoeding van de kinderen bekommert. De eerste twee kwamen in 1827 te Brussel tot stand. Na 1830 is hun aantal sterk toegenomen, hoofdzakelijk door particulier initiatief, maar ook dank zij overheidssteun. De meeste werden ingericht naar het voorbeeld van Verviers, dat zelf door Parijs was geïnspireerd. Ca.1860 telde elke stad, behoudens in de prov.
Luxemburg, een of meer bewaarscholen, terwijl men er in plattelandsgemeenten in totaal reeds een kleine 200 aantrof. Het aantal nam steeds toe, terwijl men geleidelijk overging op een nieuw systeem: de fröbelmethode. De bewaarschool werd hoofdzakelijk opgevat als een leerschool die op het lager onderwijs moest voorbereiden. De opleiding van personeel voor de bewaarschool was een knellend probleem, dat van rijkswege pas na 1879 ernstig ter hand werd genomen.