(bevond, heeft bevonden),
1. iets als resultaat van een waarneming, een onderzoek vaststellen: gezien en goed bevonden, formule tot goedkeuring van een geschreven stuk;
2. (wederk.) in een zekere toestand zijn: zich wel bij iets -, ervaren hebben dat het goed (voor ons) is;
3. (wederk.) aanwezig zijn: het manuscript bevindt zich in de Koninklijke Bibliotheek; zich in gevaar zijn, verkeren; zich te Amsterdam -, daar zijn; zich in de mogelijkheid, in de gelegenheid bevinden, zijn.