Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 21-03-2019

Betonfabriek

betekenis & definitie

v. (-en), fabriek waar men constructie-elementen van beton maakt, ook: fabriek van betonwaren (in welk geval het juister is van betonwarenfabriek te spreken).

De specie voor de betonelementen wordt aangemaakt in het centraal molenhuis, waar vanuit opslagsilo’s de grondstoffen cement, water, zand en grind worden afgewogen en gedoseerd in een betonmengmachine. Dit is meestal een tegenstroommenger omdat met een lage watercementfactor wordt gewerkt. De wapening voor de betonelementen wordt in de vlechterij vooraf gereedgemaakt, welke afdeling is uitgerust met buigbanken en lasapparatuur. In de mallenmakerij worden de vormen vervaardigd waarin de elementen moeten worden gestort. Voor een kleine serie worden ze van hout gemaakt, voor grotere series van staal of polyester.

In één of meer produktiehallen worden de mallen opgesteld, wordt de wapening ingebracht, en worden ze gevuld met specie, die wordt verdicht met behulp van schokapparatuur (trilbeton, schokbeton). Indien grote series vervaardigd moeten worden in kostbare mallen, wordt de omlooptijd van deze mallen verkort door versnelling van de verharding door middel van verwarming. Hiervoor bestaan verschillende methoden, zoals verwarming van de betonspecie en (matige) verwarming van de produktiehal en betonfabriek voor grotere versnelling betonfabriek met stoom verwarmde verhardingskamers of verwarmingskappen met infraroodstralers, waarbij door vochtinjectie voortijdige uitdroging voorkomen wordt. Tenslotte worden de elementen, nadat ze voldoende transportsterkte hebben verkregen, voor verdere verharding op het fabrieksterrein opgeslagen in afwachting van transport naar de bouwplaats.

< >