[Lat., voorrecht van schuldsplitsing], regeling in het leven geroepen door Hadrianus (Gaius, Institutiones 3, 121-121a) krachtens welke een borg, die door de crediteur wordt aangesproken, bij de pretor kan eisen dat, indien zich met hem nog andere solvente personen voor dezelfde debiteur als borg hebben verbonden, alle borgen voor een evenredig deel worden aangesproken. Het beneficium divisionis leeft in de Ned. wetgeving voort in de artt. 1874 e.v.
Ned. BW. Volgens art. 2033 Belg. BW kan een borg de andere borgen slechts aanspreken nadat hij eerst zelf de hele som betaald heeft.Litt. M.Kaser en F.Wubbe, Romeins privaatrecht (1971).