benaming van drie Ned. wetten, te weten:
1. Belemmeringenwet Verordeningen van 23.5.1899, Stb. 129, die de opheffing van provinciale, gemeentelijke of waterschapsverordeningen regelt, indien deze de uitvoering van openbare werken belemmeren.
2. Belemmeringenwet Privaatrecht van 13.5.1927, Stb. 159, regelt het duurzaam of tijdelijk in gebruik nemen van onroerende goederen ten behoeve van het in stand houden of aanleggen van openbare werken, wanneer de belangen van de rechthebbenden redelijkerwijs onteigening niet vorderen.
3. Belemmeringenwet Landsverdediging van 26.7.1951, Stb. 323, regelt de ontheffing door de Kroon van enig KB of enige verordening, indien deze in strijd komen met werken ten behoeve van landsverdediging of bescherming bevolking. Rechthebbenden kunnen worden verplicht zulks toe te staan, behoudens recht op schadevergoeding. Ten gevolge van de sterke uitbreiding van het hoogspanningsnet en van de aanleg van het vele honderden km. tellende net van aardgasbuizen, vindt de Belemmeringenwet Privaatrecht tegenwoordig veelvuldig toepassing. Indien met rechthebbenden overeenstemming wordt verkregen, pleegt een zakelijk recht gevestigd te worden op grond waarvan aanleg, aanwezigheid, onderhoud e.d. van het werk moeten worden gedoogd. Bij gebreke van overeenstemming kan de minister van Verkeer en Waterstaat de verplichting tot gedogen bindend opleggen. Daaraan gaat dan een tervisielegging van het plan op het gemeentehuis vooraf, en een hoorzitting door Gedeputeerde Staten te zelfder plaatse, waar men bezwaren kan indienen. Van de beslissing van de minister kan aan het bevoegde gerechtshof vernietiging worden gevraagd. Dit laatste gelukt in de praktijk zelden of nooit. De kantonrechter tenslotte bepaalt de schadevergoeding, ongeacht de hoogte hiervan.