m. (-en), (optica) tophoek van de driehoek gevormd door een beelddiagonaal (als basis) en het centrum van het objectief (als top).
Onder bruikbare beeldhoek verstaat men bij een objectief de hoek die geconstrueerd kan worden, door het centrum van het objectief te verbinden met twee uiterste, diametraal gelegen punten uit de beeldcirkel, waarbinnen het beeld voldoende kwaliteiten van scherpte en gelijkmatige helderheid bezit. Onder de standaard beeldhoek wordt verstaan een bruikbare beeldhoek waarbij de diagonaal gelijk is aan de brandpuntsafstand van het objectief.